top of page
alle foto's: Boudewijn Bollmann
De gesprekken leverden bergen praktisch advies op. Daarnaast kregen we prachtige en ontroerende verhalen te horen die een blijvende indruk achterlieten. Dankzij de adviezen van deze mensen én hun betrokken buren is het concept van Gemengd Wonen op zoveel vlakken verbeterd en sterker dan ooit.
Omdat het zonde zou zijn als deze mooie verhalen ongehoord in een la verdwijnen, bundelden we ze in een boek. Hier lichten we een klein tipje van de sluier.
& BAM Wonen
Experts Gemengd Wonen
Een wijk ontwikkelen gaat om mensen, niet om stenen. Dat geldt zeker ook voor de ontwikkeling van een woonomgeving voor mensen met een zwerfverleden. Daarom werkte BAM Wonen samen met maatschappelijke organisaties die eerder al een aantal succesvolle projecten realiseerden met de formule Gemengd Wonen. In deze projecten werd de helft van de woningen beschikbaar gesteld aan mensen uit de maatschappelijke opvang. Zij kregen hier de kans zelfstandig een leven op te bouwen. De andere helft werd toegewezen aan ‘dragende’ bewoners. Deze mensen willen zich inzetten voor de buurt en hun buren ondersteunen bij hun traject. Allemaal samen vormen zij één woongemeenschap.
Wij mochten samen met fotograaf Boudewijn Bollmann op bezoek bij een aantal van deze bewoners. Zij zijn tenslotte de experts die ons kunnen vertellen wat wel of niet werkt, welke lessen ze geleerd hebben en wat er nodig is om van Gemengd Wonen een succes te maken.
“Ik ben net als een watervogel in de natuur. Ik ga zitten, verroer me niet, en wacht tot er meer watervogels komen. Zo zijn buren langzaam aan me gaan wennen.”
- André
Buurman & Buurman
“De eerste vier maanden dat ik hier woonde, heb ik nog geen schilderijtje opgehangen. Ik kon niet geloven dat ik een nieuw huis had en dat ik hier kon blijven. Met één buurman, Mark, kreeg ik veel contact. We zaten altijd buiten te praten. De ene keer nam hij een biertje mee, de andere keer ik. Op een gegeven moment hebben we gezegd: ‘Wij zijn Buurman en Buurman’. Dat is een eigen leven gaan leiden. Als wij er nu niet zijn, wordt er gevraagd: ‘Waar zijn Buurman en Buurman?’, ‘Die zitten vast bij elkaar’.”
We zijn in het kleinste en meest kleurrijke kamertje van André’s woning, waar hij bezig is een grote rode brandweerauto op de muur te schilderen. Het is de logeerkamer voor zijn jongste zoon Gijs, die nu 7 is. Toen Gijs 2 maanden oud was begon André’s zwerfverleden. Dat is nu dankzij deze plek achter de rug. De kamer is helemaal ingericht voor als Gijs ooit komt logeren en om hem te laten zien hoe welkom hij is.
“Ik weet nu dat als je langer dan drie jaar weg bent uit een stad, je de binding bent verloren. Als je er niet meer ingeschreven staat en je netwerk is verwaterd, wordt het heel erg lastig om een woning te krijgen.”
- André
Ogen geopend
“Ik voel me heel dankbaar dat ik hier mag wonen. Je zit zo snel in je eigen bubbel, met een bepaald soort vrienden en een bepaald soort beeld van de wereld. Ik heb hier echt geleerd om met een open blik naar iedereen te kijken. Ik woon nu samen met mensen die jarenlang op straat hebben gewoond. Normaalgesproken had ik hen nooit leren kennen.
Hun verhalen hebben me inzicht gegeven dat echt iedereen dakloos kan worden. Ik dacht vroeger weleens dat het een keuze was: in Nederland hoefde toch niemand op straat te leven? Dat beeld is compleet veranderd. Door me te realiseren dat het ook zomaar anders kan lopen, ben ik extra blij met mijn eigen leventje. En dan is het heel mooi om iets terug te kunnen doen voor mensen die dat hebben moeten meemaken. Het is voor mij wel duidelijk dat deze projecten ontzettend zinvol zijn.“
Jullie Nederlanders met die tikkies
“Nederlanders... Wij zijn gewoon geen hartelijk volk. We zijn best op onszelf en gesloten. Mijn Arabische overbuurman komt altijd met eten aan zetten. Toen zei ik: ‘stuur maar een tikkie’ zei hij ‘jullie Nederlanders met die tikkies…’. Wij hebben altijd gevoel dat het eerlijk verdeeld moet worden en tellen alles tot op het drankje na uit. Hij snapte er niks van. ’Het is een gift, een cadeau’, en daar hoeft hij niets voor terug.”
“Als je eenmaal in het circuit zit, krijg je met zoveel chaos te maken en zie je zoveel rare dingen. Structureel contact onderhouden met mensen zat er niet meer in.”
- Mylène
We ploffen neer op de bank in de kleurrijke woonkamer van Mylène. De rust die ze beschrijft te hebben in haar hoofd, is ook voelbaar in haar woonkamer. We deinen mee met de kalme chillhopmuziek die vanaf haar televisie wordt afgespeeld, begeleid door animaties van dromerige landschappen. Maar het leven is niet altijd zo rustig geweest voor Mylène.
“Ik heb nu weer een thuishaven en dat scheelt al heel veel chaos in m’n hoofd. Daardoor kan ik andere dingen ook veel makkelijker op orde houden. Door deze stabiele basis kan ik me thuis en veilig voelen.”
- Mylène
We ontmoeten elkaar op het stoepje voor zijn huis. Bij binnenkomst trekken we onze schoenen uit. De kamer is behangen met een bloemenpatroon, het symbool voor vrede. Aan het plafond hangt een glazen plafonnière waarvan hij ons trots laat zien dat het licht van kleur kan worden veranderd met een afstandsbediening. Hij is zenuwachtig of zijn vrouw het behang wel goedkeurt.
Ahmed is komen lopen, vanuit Syrië. Het leven bestond voor hem de laatste jaren vooral uit wachten. Nu heeft hij een verblijfsvergunning gekregen, en een tweekamerwoning in Meanderpark. Hij is aangekomen op zijn eindstation. Klaar voor een nieuwe start.
“Ik zou wel meer willen doen voor de vereniging. Op zo’n level dat je echt een verschil maakt. In plaats van dat je je alleen inzet als vrijwilliger wil ik gaan werken aan iets beters.”
- Dap
We bevinden ons tussen de platgetrapte borrelnootjes op de plaats delict: de woonkamer van Arlette. Er wordt nagepraat over het allereerste buurtfeest, waar gisteravond het merendeel van de bewoners op af gekomen is. En dat is op zich al heel bijzonder, aangezien nog niet alle woningen zijn opgeleverd en de verf pas net droog is.
bottom of page